I am Article Layout

Selecteer uw beleggersprofiel:

Deze inhoud is uitsluitend bestemd voor een Adviseur en Institutionele belegger / consultant en Particuliere Belegger.

Augustus 2021
Marketingmateriaal

Algenboerderij levert het groene goud voor de voedingsmiddelenindustrie

Een klimaatvriendelijkere landbouw schiet maar niet op. Maar algenkweek is mogelijk een verrassende oplossing voor het CO2-probleem.

De CO2-voetafdruk van algen is zo veel lager dan die van dierlijke eiwitten

Deel 2 van vier artikelen over hoe in Nederland, in de geest van A life on our planet van David Attenborough, wordt gewerkt aan het behouden van een leefbare planeet. 

Het begon allemaal in de Eemshaven in het puntje van Nederland voor Bert Knol. De oprichter van Omega Green bouwde hier zo’n 6 jaar geleden zijn eerste ‘algenboerderij’, nadat er zeker een ontwikkeling van 5 jaar aan voorafging. Inmiddels heeft Omega Green nabij Osnabrück een tweede algenboerderij gebouwd en in Marokko - naast een cementfabriek - een derde. De opdrachtgever voor deze 1 hectare grote algenfarm is Ciments du Maroc, onderdeel van HeidelbergCement. De cementfabriek levert de CO2 die nodig is voor de groei van de algen.

Veel grote industrieën als cementmakers willen van dit broeikasgas af. Algen groeien onder invloed van warmte en (zon)licht, CO2 en water met voedingsstoffen. Ze slaan meer CO2 op per oppervlakte-eenheid dan bomen, weet Knol. “Onze missie is de keten van algenproductie geheel duurzaam op te zetten. We gebruiken de restwarmte voor het droogproces en CO2 voor de groei uit de industrie. Daarnaast is de inzet voor groene stroom belangrijk om het gehele proces echt te verduurzamen. De CO2-voetafdruk van algen is zo veel lager dan die van dierlijke eiwitten, omdat er nauwelijks land en water voor nodig is.”

Van algensoep naar het nieuwe goud

In eerste instantie ziet een algensoepje, dat uit lange plastic slangen, die op de grond liggen komt, er niet appetijtelijk uit. Volgens Knol is het echter na een proces van oogsten, scheiden door membranen, centrifugeren en drogen het nieuwe goud voor de voedingsindustrie. “Voor toepassing in voeding wordt niet de hele alg ingezet. We openen de celwand van de alg en halen de waardevolle stoffen eruit”, legt Bert Knol vanuit zijn hoofdkantoor in Eelde uit. “Onze missie is om food-grade algen te produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Uit die algensoep halen we na verwerking omega-3 vetzuren, eiwitten en pigmenten. Algen zitten boordevol gezonde voedings- en gezondheidsbevorderende stoffen. Het telen en gebruiken passen helemaal bij deze samenleving die steeds gezonder voedsel wil.”

Kleuren blauw en rood in voeding komen van pigmenten

Als voorbeeld noemt hij blauwe ijsjes en Smarties die blauw zijn. Hiervoor zijn gezonde pigmenten gebruikt die uit algen zijn geëxtraheerd en synthetische stoffen vervangen. Pigmenten hebben nog een andere belangrijke functie dan alleen kleuring, legt Knol uit. “Wij produceren nu de rode kleurstof astaxanthine. Het is niet alleen een krachtige natuurlijke antioxidant en kleurstof, maar het draagt ook zorg voor goede conservering van voedingsproducten. Kijk naar de vleesvervangers. Dat zijn ook versproducten. Als je die met een kleine toevoeging een aantal dagen langer vers kan houden is dat winst in de keten. “In dat segment van vleesvervangers speelt ook nog iets anders mee. Als je aan vleesvervangers een pigment toevoegt, wil je dat tijdens het bakken het stukje ‘vlees’ van rode kleur er mooi bruin uit komt te zien. Dat is een ontwikkeltraject dat samen met de voedingsindustrie moet worden uitgewerkt.”

Geen vruchtbare grond nodig voor algenteelt

Bert Knol heeft door zijn studie aan de Hoge Landbouwschool en samenwerkingen met de Wageningen University & Research een achtergrond in de landbouw. Hij constateert tot zijn ontsteltenis dat er schaarste aan voeding is ontstaan, omdat de landbouwgrond niet goed wordt gebruikt. Knol: “Je ziet dat landbouwgewassen aangewend worden voor productie van energie. Je moet naar technieken toe, ook op niet vruchtbare grond (‘non-arable land’), om daar ook voedingsproducten te gaan verbouwen. De algenteelt is zo’n techniek. Algen produceren op een vierkant meter 5 tot 10 keer zoveel vetten en eiwitten dan landbouwgewassen. Algen leveren veel meer biomassa (plantmateriaal) op dan met landbouwgewassen die worden geteeld in de volle grond (aarde). 

De uitdaging ten opzichte van de landbouwgewassen is nu om de algen tegen geschikte kostprijs te produceren.” Om de juiste algen aan de voedingsmiddelenindustrie te leveren, zette Knol naast Omega Green het verkoop- en marketingbedrijf bedrijf Phyto Delight op. Hij zegt dat ontwikkelen en maken van teelsystemen iets heel anders is dan de verkoop van algenproducten. “We zien in de voedings- en drankenindustrie de laatste jaren een flinke toename in de vraag naar natuurlijke, gezonde, vegetarische of veganistische grondstoffen. Algen vormen hiervoor een uitstekende bron. Uitdaging is nu de goede fit te vinden tussen voedingscomponenten en de eindmarkt. Daar is Phyto Delight voor opgezet.”

Algen telen in verticale zakken: het algenparadijs

Op dit moment werkt het bedrijf van Bert Knol, Omega Green, aan algenteeltsystemen die nog efficiënter, zodat de kostprijs daalt. Maar het bedrijf is ook bezig om algen verticaal te telen in een geheel geconditioneerde omgeving. Het is te vergelijken met vertical farming. “Om algen van een nog betere kwaliteit te krijgen moeten we licht en temperatuur beter kunnen regelen”, gaat Knol verder, die van een nog te bouwen algenparadijs spreekt. “Om naar hoogwaardige toepassingen te gaan, mag de kwaliteit van algen niet schommelen. Met buitenteelt (Eemshaven, Osnabrück en Marokko) is dat moeilijker te bereiken. Kijk allen maar naar de temperatuurschommelingen in Nederland.

Het is in het buitenklimaat lastiger om binnen strakke marges produceren. We willen in Heerenveen daarom een algenfabriek bouwen waar de zakken verticaal in een afgesloten ruimte hangen. In die gesloten kassen kunnen we het ledlicht, voeding en temperatuur goed regelen en de CO2 wordt van onderaf ingevoerd. Het is een paradijs voor algen. Door met ledlampen te werken kunnen we de kleursamenstelling variëren al naar gelang welke inhoudsstof we graag extra willen hebben. Het pigment astaxanthine maken we nu op kleine schaal door het goede licht en de juiste voeding toe te dienen.”